10 dingen die je alleen begrijpt als je in Duitsland hebt gewoond
Duitsland heeft zo veel méér te bieden dan alleen geweldige auto’s, knusse Biergartens en prachtige kastelen. Dit land in het hart van Europa heeft ook een hoge levensstandaard en metropool-achtige steden als Berlijn en München duiken regelmatig op in de top tien van ‘s werelds prettigste steden om in te wonen. Ook zijn er een aantal dingen die het leven in Duitsland echt uniek maken en absoluut een aanvulling zijn op al de kwalitatief goede leefomgeving.
1. Voetbal is religie
Voetbal is in Duitsland niet alleen een sport, het is echt een religie. Weinig andere landen ter wereld zijn zo gek op voetbal als Duitsland. Fans van verschillende clubs haten elkaar echt, wat zelfs invloed kan hebben op relaties. In steden als München moet je HEEL veel geluk hebben om een kaartje voor een wedstrijd te bemachtigen, om nog maar te zwijgen over een seizoenskaart. Als Bayern München een belangrijke wedstrijd speelt, trekken alle Münchenaren iets roods aan, van kleine kinderen tot oude oma’s.
2. Duits brood is fantastisch
Als je naar Duitsland verhuist, verandert je mening over brood voor altijd. Ik ben natuurlijk niet helemaal objectief, maar Duits brood is simpelweg het allerbeste dat er bestaat. Zowel qua variatie en smaak als kwaliteit. Er zijn hier zo ontzettend veel verschillende soorten brood, dat je het “brood” van thuis snel zult vergeten. Bakkers tonen graag hun creativiteit met allerlei soorten hele broden en kleine broodjes: donker, wit, zoet, hartig, knapperig, zacht, naturel of met allerlei soorten zaadjes. Je kunt het de hele dag door eten zoals jij het wilt!
3. 16.00 uur betekent 15.55 uur (en niet rond vieren)
De Duitsers zijn beroemd om hun discipline en stiptheid en om vrienden te maken, en die eigenschappen zullen ook op jou van toepassing moeten worden. Zorg dat je altijd vijf minuten vóór de afgesproken tijd op een afspraak, etentje of date bent. Als je met vrienden afspreekt kun je ook op het afgesproken tijdstip of zelfs twee tot vijf minuten te laat zijn, maar meer speling heb je niet. Er bestaat in Duitsland niet zoiets als ‘rond vieren’!
4. Het Duitse idee van #sundayfunday
Wil je op zondag winkelen? Jammer, in Duitsland kan dat niet. De meeste winkels zijn dicht, met uitzondering van tankwinkels en winkeltjes op treinstations. Dit was vroeger een religieuze regel op de Dag van de Heer, de dag van de rust waarop niemand mocht werken. Nu is het eerder een seculiere traditie die mensen wat zeldzame vrije tijd geeft voor hun familie of hun hobby’s. De Duitsers nemen deze “niet werken”-regel heel serieus, dus laat het op zondag maar uit je hoofd om het gras te maaien in je achtertuin!
5. Zondagmiddag betekent koffie en cake
De Britten hebben hun tea time, de Duitsers hebben een traditie van koffie en cake, vooral in het weekend. Zondagmiddag tussen twee en drie is het perfecte moment om bij elkaar te komen voor een kop goede koffie en huisgemaakte cake (want wat anders moet je doen als je niet kan winkelen en het gras niet mag maaien?). Als je geen tijd of talent hebt om zelf iets te maken, rijd dan gewoon naar het dichtstbijzijnde treinstation of een bakker die op zondag wel (een paar uurtjes) open is om aan de Duitse vraag naar verse broodjes en cake te voldoen.
6. “Hoe gaat het” is een serieuze vraag
Misschien ben je al een keer een Duitse kennis tegengekomen op straat en vroeg je je af waarom je na jouw “Hoe gaat het?” een kwartier lange monoloog over de gezondheid, financiën en het privéleven van jouw gesprekspartner te horen kreeg. De reden daarvoor is dat “Hoe gaat het?” in Duitsland een echte vraag is, geen veredelde begroeting om politiek correct te zijn. Mensen verwachten dat je een echt antwoord geeft en iets over je leven vertelt, bijvoorbeeld hoe het met je familie gaat en wat je plannen voor zondagmiddag zijn. Als je op je werk in de gang iemand van een andere afdeling tegenkomt, roep dan gewoon “Hallo!” en loop verder als je niet in een lang gesprek wilt belanden.
7. Duitsers hebben wel degelijk humor
Je zou het misschien niet geloven, maar Duitsers hebben een geweldig gevoel voor humor en zijn dol op lachen. Het punt is gewoon dat niet-Duitsers vaak niet begrijpen wat er zo grappig is. De Duitse humor is gebaseerd op lompe, schijnbaar serieuze opmerkingen, die grappig worden door hun context. Het kan even duren om hieraan gewend te raken, en de Duitse taal onder de knie krijgen maakt daar deel van uit, maar als het eenmaal zover is zullen de tranen over je wangen rollen van het lachen.
8. In de sauna is iedereen naakt
Duitsers zijn veel minder preuts dan Amerikanen en veel andere Europeanen. Naar de sauna gaan kan in Duitsland nogal een interessante gewaarwording zijn, aangezien iedereen naakt is. En dan echt poedelnaakt, want zwemkleding is verboden (om hygiënische redenen, wat dat dan ook moge betekenen). Maar geen zorgen, dames: vaak mogen één dag per week alleen vrouwen naar binnen. (En of je het wilt geloven of niet: het volgende punt is helemaal niet van toepassing op sauna’s).
9. Iedereen staart de hele tijd naar je
Duitsers hebben een staarprobleem. Of het nou het oude vrouwtje in het huis tegenover je dat de hele dag doorheeft wat je aan het doen bent, of het kind tegenover je in de metro is: ze kunnen niet stoppen met naar je kijken. In Duitsland heb je elke dag intensief oogcontact met mensen. Dat is zelfs zo heftig dat expats en bezoekers het “The Germanic Stare Down” hebben genoemd. Duitse voetgangers gebruiken het ook bij wijze van communicatie. Het juiste oogcontact op het juiste moment kan betekenen: “Ik loop hier, en het is niet mijn schuld als jij nu niet opzij gaat en ik je van de stoep duw”. Het vergt enige oefening, maar probeer eraan te wennen en net zo te staren als de Duitsers zelf doen.
10. Cash is koning
In Duitsland weet je nooit 100% zeker of je in alle winkels, marktramen, cafés of restaurants met een bankkaart of creditcard kunt betalen: de Duitsers hebben het liefst ouderwets contant geld in handen. In winkelcentra en warenhuizen staat vaak een geldautomaat om geld op te nemen, maar het is altijd slim om meer cash mee te nemen dan je thuis op zak zou hebben. Ga je naar de supermarkt, neem dan altijd een euromunt mee voor het karretje. En wees gewaarschuwd dat je bijna overal moet betalen voor een plastic tas (of neem gewoon je eigen tas mee).
Afbeelding van Katrin Blaschke, Flickr / Creative Commons