10 zaken die je snapt als je in Groot-Brittannië hebt gewoond
Groot-Brittannië wordt gekenmerkt door een beschaafde (fancy, posh) en regenachtige sfeer. Wie in dit meest buitengewone, formidabele land heeft gewoond – oké dit is misschien een béétje subjectief – weet dat het Briste leven unieke eigenschappen heeft. Zet een kopje thee en kom mee op reis down memory lane wanneer je deze blogpost leest: een lijstje van zaken die je enkel snapt indien in je in Groot-Brittannië hebt geleefd.
1. Regen is best leuk
Je kwam ongetwijfeld het land binnen met een intense afkeer aan elk type regenachtig weer, maar geef toe: je zou inmiddels een moord doen voor een middagje met vrienden in een café terwijl de regen tegen de ramen tikkelt, nietwaar? Zodra de eerste druppels vallen, krijgt Groot-Brittannië een nóg grotere aantrekkingskracht.
2. Je ervaart 4 seizoenen op 1 dag
Je bent inmiddels helemaal gewend geraakt aan de dagen waarin je het huis verliet terwijl de zon fel scheen, waarna er bij de bushalte een storm opstak die een winterse stortbui met zich meebracht voordat je van een lenteachtige middag kon gaan genieten. In het land met het meest wispelturige weer ter wereld gebeurt dit bijna dagelijks.
3. ‘The sun is shining and so are you’
Er zijn maar weinig écht hete dagen in Groot-Brittannië, maar als het een keer wel gebeurt, weten de Britten precies hoe ze het maximale uit hun dag moeten halen. Iedereen trekt z’n korte broek aan, smeert niet genoeg zonnecrème op en stoft z’n ‘fancy’ barbecue af. Het is onmogelijk om níet meegsleurd te worden in de collectieve liefde voor een Britse zomerdag (zelfs is het op zo’n dag nog altijd 15 graden kouder is dan in je eigen land!).
4. In Groot-Brittannië is thee is niet zomaar thee.
Je neemt geen genoegen meer met een slecht getrokken kop thee. Thee zetten is een kunst die de Britten heel, héél serieus nemen en daar heb je van geleerd. Over hoe de perfecte kop thee moet worden gezet, verschillen de meningen, en je weet dat het in twijfel trekken van iemands theevaardigheden zelfs de meest kalme Brit tot woede kan dwingen.
5. Britse culinaire kunsten zijn niet gelimiteerd tot fish & chips
De Britse keuken heeft niet bepaald een geweldige reputatie, maar jij weet dat dit onterecht is. Want welk gerecht je ook zoekt, het is ergens te vinden. Om nog maar te zwijgen over de eetkraampjes op straat waarvan het water je in de mond loopt en de vele bijzondere, gezellige cafeetjes in het hele land.
6. Het Britse accent klinkt niet overal hetzelfde
Het enorme aantal Engelse accenten en typen straattaal kan in eerste instantie een beetje overweldigend overkomen. Maar iedereen die een tijdje in Groot-Brittannië woont, leert regionale dialecten zoals de rijmende Cockney-slang en het lijzige West Country–taaltje. Zo kom je thuis met een authentieker Engels accent en een woordenschat die je in geen enkel schoolboek kan leren.
7. Wat Britten zeggen en bedoelen is niet hetzelfde
Wat een Brit zegt en wat een Brit bedoelt, zijn twee compleet verschillende dingen. Misschien duurde het even voordat je dit ging inzien, maar inmiddels weet je precies wat het betekent als een Brit ‘I’m not too bad’, ‘I might join you later’ of ‘I don’t mind’ zegt.
8. Engelse humor is hilarisch maar uniek
De Engelse humor is onderdeel van de cultuur en in het begin toch een beetje lastig te begrijpen. Een bijna onhoorbaar sarcasme, héél veel zelfspot en soms haast lullige commentaren zijn niet meer dan normaal in een Engels gesprek. Toen je eenmaal had ontdekt waar je op moest letten, ging er een wereld voor je open. En het gebruik van Engelse humor was dé manier om de locals voor je te winnen. Bovendien opende er zo een fantastische wereld van Britse films en tv-programma’s!
9. De Britten zijn dol op sport. Echt waar.
Niets laat de Britten zo praten als sport. Het scheidt ons, verbindt ons en is één van de weinige dingen waar dit volk écht gepassioneerd over kan spreken! In Groot-Brittannië kun je sport niet ontwijken. Tv-programma’s, radio-uitzendingen, kranten en pubs vol keuvelende mensen: overal vind je disputen over alle sporten, van voetbal en rugby tot tennis en cricket.
10. Het plattelandsleven is top (en kaplaarzen zijn noodzakelijk)
Toen je in Groot-Brittannië woonde, was je altijd in de buurt van de meest spectaculaire landschappen. Je hebt waarschijnlijk ongekende nationale parken ontdekt, hebt over de onstuimigste kliffen gewandeld en gechild in groengebieden in de stad. Dat allemaal terwijl je die betrouwbare wellies (kaplaarzen) droeg of in de buurt had, zodat ze altijd van pas kwamen als het weer eens ging regenen. Niet? Als je nog nooit kaplaarzen hebt gehad, kun je überhaupt niet in Groot-Brittannië hebben gewoond!