49 Engelse voetbaltermen die je moet kennen
Bij het onststaan van voetbal ontstond er niet alleen een prachtige sport maar ook een bijbehorend woordenboek. Aan de hand van onze complete lijst met Engelse voetbaltermen kun je, tijdens een taalreis Engeland, nog meer genieten van deze sport.
All ball
Dit wordt gezegd als een speler de bal probeert af te pakken, maar alleen de bal raakt in plaats van de medespeler.
Back of the net
Een favoriete term van commentatoren om te beschrijven hoe de bal de lijn over gaat en het net kust, ofwel: dat er een doelpunt wordt gemaakt.
Ball-to-hand
Wanneer de hand van een speler de bal per ongeluk raakt, wordt de term ‘ball-to-hand’ gebruikt. Deze handeling leidt niet tot een vrije trap.
Bicycle kick
De beweging van een voetballer die omhoog springt, beide voeten in de lucht gooit en een ‘fietsende’ beweging maakt om de bal in de tegenovergestelde richting dan de kijkrichting te schoppen. Dit staat ook wel bekend als de overhead kick.
Boot it
Een instructie die teamgenoten geven aan een speler om de bal met volle kracht weg te trappen, zolang ze er maar vanaf zijn.
Box-to-box player
Een voetballer die succesvol aan beide kanten van het veld uit de voeten kan, dus zowel verdedigend als aanvallend kan spelen. Denk aan Radja Nainggolan, Yaya Touré en Patrick Vieira.
Brace
Een woord dat je gebruikt als iemand twee goals in één wedstrijd maakt. “Scoring a brace” is de manier waarop je die uitdrukking dan in een zin gebruikt.
Chip shot
Een trap tegen de onderkant van de bal om die de hoogte in te sturen en vervolgens over de tegenstander heen te laten gaan. Dit trucje is Lionel Messi zeker niet onbekend.
Class act
Een speler of coach die het verdient om geprezen te worden, met name vanwege zijn of haar houding en manieren buiten het veld.
Clean sheet
De onderscheiding die een ploeg of keeper verdient als er de hele wedstrijd geen tegendoelpunt is geweest.
Cleats
De plastic of metalen noppen onder voetbalschoenen. Deze term wordt ook gebruikt voor de kicksen zelf.
Clinical finish
Een uitstekend schot dat tot een doelpunt leidt. De maker van deze goal wordt de clinical finisher genoemd.
Cracker
Een adembenemende voetbalwedstrijd of een buitengewoon doelpunt (met name van lange afstand) wordt aangeduid met de term ‘cracker’.
Dive
De overdreven vallende beweging van een speler om de scheidsrechter te misleiden, in de hoop dat deze fluit in het voordeel van het team van de speler.
Dummy run
Een sprintje van een aanvallende voetballer, die de bal niet heeft, om ruimte te creëren voor de teamgenoot die wél de bal heeft. Dit wordt gebruikt om tegenstanders op het verkeerde been te zetten door te doen alsof de speler naar de bal beweegt.
Feint / Flip Flap
Het dribbelen met de bal in richting A direct nadat er zogenaamd in richting B werd gedribbeld met een schijnbeweging. Dit staat ook wel bekend als de snakebite, omdat het lijkt op de aanval van een slang op zijn prooi.
First-time ball
De bal in één enkele beweging doorgeven aan een teamgenoot.
Flick-on
Een beweging waarbij een aanvallende voetballer de bal meteen met de voet of het hoofd raakt als die voorbij komt, zonder de bal eerst onder controle te krijgen.
Game of two halves
Een cliché dat commentatoren gebruiken voor een wedstrijd met grote verschillen tussen beide helften, in zowel spelverloop als score.
Hairdryer treatment
De felle uitbranders die spelers krijgen van hun coach, meestal in de kleedkamer. Dit werd populair dankzij de voormalige Manchester United-trainer Alex Ferguson.
Hard man
Een speler die berucht is om een harde en assertieve voetbalstijl.
Hoof
Doelloos de bal met veel kracht richting het doel van de tegenpartij trappen.
Hospital ball
Een nutteloze trap tussen twee spelers van verschillende ploegen die vlak bij elkaar staan, wat tot ongelukken zou kunnen leiden.
Howler
Een onverklaarbare fout van een voetballer die hem meestal duur komt te staan.
Hug the line
De instructie die vleugelspelers krijgen om dichter bij de zijlijnen te blijven, met name wanneer ze vooruit dribbelen.
In his/her pocket
Dit verwijst naar een voetballer die een speler van de tegenpartij domineert.
Line-o
Een van de bijnamen van de assistent-scheidsrechters die aan de zijlijn werken.
Lost the dressing room
Een uitdrukking voor een situatie waarin de coach de controle over zijn spelers en hun respect kwijt is.
Man on
De harde roep om een teamgenoot te laten weten dat er een tegenstander aankomt of dat die al gevaarlijk dichtbij is.
Midfield anchor
Een betrouwbare, verdedigende middenvelder wiens belangrijkste doel is om dicht bij de verdediging te blijven om aanvallen van de tegenpartij in de kiem te smoren. Denk maar aan Daniele De Rossi, Michael Essien en N’Golo Kanté.
Minnows
Een klein elftal uit een lagere divisie met beperkte middelen.
Nutmeg
De bal door de benen van een tegenstander spelen.
Off the line
Voorkomen dat de bal over de zij- of achterlijn gaat: clearing the ball.
On paper
Een uitleg van hoe een wedstrijd in theorie zou kunnen verlopen, waarbij het scenario gebaseerd is op eerdere statistieken en omstandigheden.
Park the bus
Enorm verdedigend spelen om maar geen enkel tegendoelpunt te moeten incasseren. Dit wordt meestal gedaan door elftallen die nipt vóór staan.
Play on
Een bal die (op een controversiële wijze) werd afgepakt waarbij de scheidsrechter niet fluit, omdat hij/zij vindt dat er geen reden is om de wedstrijd stil te leggen.
Pea roller
Een zwakke doelpoging die geen enkele bedreiging vormt voor het verdedigende elftal.
Poacher / Fox in the box
Een sluwe en vaardige spits die extreem gevaarlijk is in het zestienmetergebied.
Put in a shift
De situatie waarin een speler wel deed wat hij moest doen, maar geen sterke indruk heeft gemaakt.
Row Z
De rij in de tribune die het verst van het veld verwijderd is. Deze term wordt meestal gebruikt wanneer een voetballer de bal zo hard en ver van zijn of haar beoogde doel schiet, dat die hoog het publiek in gaat. Het is dus een uitdrukking die meestal wordt gebruikt als hyperbool om te benadrukken hoe ver de bal is gekomen.
Run it off
Een instructie voor een speler met een kleine blessure om gewoon door te spelen.
Sacked
Dat betekent ontslagen. Een woord dat wordt gebruikt voor trainers die hun baan kwijtraken.
Showboat
Pronken bij de fans na een voorsprong te hebben, inclusief onnodige vrolijke trucjes en bewegingen.
Sitter
Een schokkende misser van een aanvaller die naar verwachting simpel had kunnen scoren.
Switch play
De bal plotseling van de ene naar de andere flank bewegen, meestal door middel van een lange pass.
Target man
Een lange spits die meestal bereikt wordt met kruispasses en lange/hoge ballen vanwege z’n enorme lengte en talenten als afmaker. Denk aan: Zlatan Ibrahimovic, Didier Drogba en Romelu Lukaku.
Theatrical
Een bijvoeglijk naamwoord voor de neigingen van een voetballer om overdreven te reageren.
Treble
In één seizoen drie belangrijke competities winnen.
(Hit the) woodwork
De bal op de paal schieten.