Het bepaald lidwoord

Het woord "the" is een van de meest gebruikte woorden in het Engels. Het is ons enige bepaald lidwoord. Zelfstandige naamwoorden in het Engels worden vooraf gegaan door het bepaald lidwoord als de spreker van mening is dat de luister al weet waar hij het over heeft. De spreker kan dit geloven om vele verschillende redenen, waarvan sommige hieronder vermeld.

Test je kennis

Wanneer "the" gebruiken

Algemene regels

Gebruik the om naar iets te verwijzen wat reeds genoemd is

Voorbeelden
  • On Monday, an unarmed man stole $1,000 from the bank. The thief hasn't been caught yet.
  • I was walking past Benny's Bakery when I decided to go into the bakery to get some bread.
  • There's a position available in my team. The job will involve some international travel.

Gebruik the als je aanneemt dat er slechts een enkel voorwerp van iets aanwezig is, ook als is het nog niet eerder genoemd.

Voorbeelden
  • We went on a walk in the forest yesterday.
  • Where is the bathroom?
  • Turn left and go to number 45. Our house is across from the Italian restaurant.
  • My father enjoyed the book you gave him.

Gebruik the in zinnen of bijzinnen waarin je een bepaald persoon of voorwerp definieert of identificeert.

Voorbeelden
  • The man who wrote this book is famous.
  • I scratched the red car parked outside.
  • I live in the small house with a blue door.
  • He is the doctor I came to see.

Gebruik the om naar personen of voorwerpen te verwijzen die uniek zijn.

Voorbeelden
  • The sun rose at 6:17 this morning.
  • You can go anywhere in the world.
  • Clouds drifted across the sky.
  • The president will be speaking on TV tonight.
  • The CEO of Total is coming to our meeting.

Gebruik the voorafgaand aan superlatieven en rangtelwoorden.

Voorbeelden
  • This is the highest building in New York.
  • She read the last chapter of her new book first.
  • You are the tallest person in our class.
  • This is the third time I have called you today.

Gebruik the bij bijvoeglijke voornaamwoorden om naar een hele groep mensen te verwijzen.

Voorbeelden
  • The French enjoy cheese.
  • The elderly require special attention.
  • She has given a lot of money to the poor.

Gebruik the bij decades.

Voorbeelden
  • He was born in the seventies.
  • This is a painting from the 1820's.

Gebruik the in bijzinnen die beginnen met only

Voorbeelden
  • This is the only day we've had sunshine all week.
  • You are the only person he will listen to.
  • The only tea I like is black tea.
Eigennamen

Gebruik the bij namen van geografische gebieden, rivieren, bergen, eilandengroepen, kanalen en oceanen.

Voorbeelden
  • They are travelling in the Arctic.
  • Our ship crossed the Atlantic in 7 days.
  • I will go on a cruise down the Nile.
  • Hiking across the Rocky Mountains would be difficult.

Gebruik the bij landen waarvan de naam in het meervoud staat

Voorbeelden
  • I have never been to the Netherlands.
  • Do you know anyone who lives in the Philippines?

Gebruik the bij landennamen waarin de woorden "republic", "kingdom", of "states" voorkomen.

Voorbeelden
  • She is visiting the United States.
  • James is from the Republic of Ireland.

Gebruik the bij namen van kranten.

Examples
  • I read it in the Guardian.
  • She works for the New York Times.

Gebruik the bij namen van beroemde gebouwen, oeuvres, kunstwerken, musea of monumenten.

Voorbeelden
  • Have you been to the Vietnam Memorial?
  • We went to the Louvre and saw the Mona Lisa.
  • I would like to visit the Eiffel Tower.
  • I saw King Lear at the Globe.

Gebruik the bij namen van hotels en restaurants, tenzij ze naar een persoon vernoemd zijn.

Voorbeelden
  • They are staying at the Hilton on 6th street.
  • We ate at the Golden Lion.

Gebruik the bij familienamen, maar niet met de namen van individuen.

Voorbeelden
  • We're having dinner with the Smiths tonight.
  • The Browns are going to the play with us.

Wanneer gebruik je geen "the"

Geen the gebruiken bij landennamen (met uitzondering voor bovengenoemde bijzondere gevallen).

Voorbeelden
  • Germany is an important economic power.
  • He's just returned from Zimbabwe.

Geen the gebruiken bij de namen van talen.

Voorbeelden
  • French is spoken in Tahiti.
  • English uses many words of Latin origin.
  • Indonesian is a relatively new language.

Geen the gebruiken bij de namen van maaltijden.

Voorbeelden
  • Lunch is my favorite meal.
  • I like to eat breakfast early.

Geen the gebruiken bij namen van mensen.

Voorbeelden
  • John is coming over later.
  • Mary Carpenter is my boss.

Geen the gebruiken bij titels in combinatie met namen.

Voorbeelden
  • Prince Charles is Queen Elizabeth's son.
  • President Kennedy was assassinated in Dallas.

Geen the gebruiken na een bezittelijk voornaamwoord

Voorbeelden
  • His brother's car was stolen.
  • Peter's house is over there.

Geen the gebruiken bij beroepen

Voorbeelden
  • Engineering is a well-paid career.
  • He'll probably study medicine.

Geen the gebruiken bij winkelnamen

Voorbeelden
  • I'll get the card at Smith's.
  • Can you go to Boots for me?

Geen the gebruiken bij jaren

Voorbeelden
  • 1948 was a wonderful year.
  • He was born in 1995.

Geen the gebruiken bij ontelbare zelfstandig naamwoorden

Voorbeelden
  • Rice is an important food in Asia.
  • Milk is often added to tea in England.
  • War is destructive.

Geen the gebruiken bij de namen van bergen, meren en eilanden

Voorbeelden
  • Mount McKinley is the highest mountain in Alaska.
  • She lives near Lake Windermere.
  • Have you visited Long Island?

Geen the gebruiken bij de meeste namen van plaatsen, straten, stations en luchthavens

Voorbeelden
  • Victoria Station is in the centre of London.
  • Can you direct me to Bond Street?
  • She lives in Florence.
  • They're flying into Heathrow.
Test je kennis