Werkwoorden

Het kiezen van de juiste werkwoordstijd en het vervoegen van werkwoorden is lastig in het Engels. Klik op de werkwoordstijd om meer te lezen over hoe deze tijd gevormd en gebruikt wordt, of kies een tijd om de volledige lijst van tijden en referenties van die tijd te bekijken.

Tegenwoordige tijden in het Engels Voorbeelden
Eenvoudige tegenwoordige tijd They walk home.
Tegenwoordige voortgaande tijd They are walking home.
Verleden tijden in het Engels  
Eenvoudige verleden tijd Peter lived in China in 1965.
Verleden doorgaande tijd I was reading when she arrived.
Voltooide tijden in het Engels  
Tegenwoordige voltooide tijd I have lived here since 1987.
Tegenwoordige voltooide doorgaande tijd I have been living here for years.
Voltooid verleden tijd We had been to see her several times before she visited us.
Voltooid verleden doorgaande tijd He had been watching her for some time when she turned and smiled.
Toekomende tijd We will have arrived in the States by the time you get this letter.
Voltooid toekomende doorgaande tijd By the end of your course, you will have been studying for five years.
Toekomende tijden in het Engels  
Eenvoudige toekomende tijd They will go to Italy next week.
Toekomende doorgaande tijd I will be travelling by train.
Voorwaardelijke tijden in het Engels  
Zero voorwaardelijk If ice gets hot it melts.
Type 1 voorwaardelijk If he is late I will be angry.
Type 2 voorwaardelijk If he was in Australia he would be getting up now.
Type 3 voorwaardelijk She would have visited me if she had had time.
Gemengd voorwaardelijk I would be playing tennis if I hadn't broken my arm.
De -ing vormen in het Engels  
Gerundium I like swimming.
Tegenwoordig deelwoord She goes running every morning.
Infinitieven  
Passieve vorm